Voor de groene transitie moet er nog 70 keer een Moerdijk verdwijnen
Het besluit om Moerdijk wel of niet van de kaart te vegen wordt met een half jaar uitgesteld. Het dorp moet plaats maken voor onder meer een station om stroom uit windparken op zee geschikt te maken voor het net, woningen voor arbeidsmigranten en recreatie. Het eerste aspect lijkt de discussie te domineren. Op weinig plekken in het land is het mogelijk om stroom van offshore wondparken zo diep in Nederland aan land te krijgen.
De gemeente Moerdijk was zo aardig om dit uiterst overzichtelijke kaartje te presenteren van het project ‘Powerport’. Rechtsboven ziet u de Biesbosch, voor de oriëntatie. Linksonder ziet u het grijze industriegebied dat er al ligt, met duidelijk een haven. Dat had u ook kunnen bedenken zonder het roze symbool van een vrachtschip. Helemaal rechts ligt de Amercentrale. De roze vrachtwagen symboliseert de logistieke bedrijvigheid, waarvan men aanneemt dat die zal toenemen in de komende jaren. Rechts daarvan is er een zwart symbool van een NS-station, daar ligt het huidige dorp Moerdijk. De paarse flats laten zien waar arbeidsmigranten gehuisvest gaan worden. Het groene bootje staat voor recreatie en tussendoor moet er nog ruimte gevonden worden voor de aanleg van Natura-2000 gebieden, de vogeltjes. In de haven links moet de stroom uit project Nederwiek 3 geschikt gemaakt worden voor het net, want als u uw laptop aan een windmolen koppelt vliegt die natuurlijk in brand. Al met al wordt het daar zo een beetje druk en dan gaan er stemmen op om het dorp maar te laten verdwijnen. Je zou er maar wonen!
Zijn we er dan? Kun je dan zeggen dat het offer van de Moerdijkers het land strategisch onafhankelijk heeft gemaakt als het om stroom gaat? Dan kon een mens het nog rechtvaardigen. Het antwoord is, goed onderbouwd, een vrij deprimerend ‘nee’. Nederland heeft namelijk een ‘Ministerie voor Klimaat en Groene Groei’, een rhetorische woordenbrij die je normaal gesproken in communistische landen aantreft. Je kunt niet groen groeien, dat zal blijken. In het beleid van ‘groene groei’ past evenwel de ambitie om 6 gigawatt (GW) op zee te realiseren. Als Nederland voor 100% aan groene stroom moet, is dat de enige optie. Project Nederwiek 3 levert een derde van de genoemde 6 GW aan vermogen. Is dat veel?
Anders dan gewone centrales leveren windmolens en zonnepanelen geen stabiele stroom. Soms waait het niet of is het bewolkt en als je helemaal pech hebt valt dat ook nog samen. De website van RVO noemt die nuance niet. Je kunt die 2 of 6 GW niet doortrekken naar een heel jaar en aannemen dat je zo veel energie krijgt. In de energiesector rekent men dan met ‘vollasturen’; de hoeveelheid stroom die een windmolen oplevert, in vergelijking met het theoretische maximum. Daarbij neem je aan dat het vermogen het hele jaar door volledig wordt benut en dat is nooit het geval. Bij wind op zee gaat het dan om een percentage van 50%, de helft: bij wind op land om grofweg een derde.
Iedereen weet natuurlijk zo op te lepelen dat er 8.760 uren in een jaar gaan. We namen aan dat de windmolens bij Nederwiek 3 gedurende 5.000 uur volledig draaien, wees eens positief. Dat levert namelijk een lekker rond getal op; 5.000 uur lang een vermogen van 2 GW benutten levert een stroomproductie op van 10.000 GigaWatt-uur, oftewel 10 TeraWatt-uur. Dat laatste kort men af met TWh. Het lijkt wat abstract inderdaad, maar vergelijk het met een bedrijf, zoals een pizzeria. Deze kan bijvoorbeeld 10 pizza’s per dag produceren en is gedurende 200 dagen per jaar open. In theorie kunnen er 2.000 pizza’s per jaar worden geproduceerd. Nu waren de medewerkers soms ziek en in bepaalde maanden is er nauwelijks klandizie, waardoor er maar 1.500 pizza’s zijn gebakken en verkocht. Het eerste getal (10) geeft de capaciteit op een specifiek moment weer, het getal van 1.500 is een getal dat betrekking heeft op een bepaalde periode. Bij stroom heeft men het dan over vermogen uitgedrukt in Watt, en als je dat vermogen gedurende meerdere uren benut, krijg je een productie van stroom uitgedrukt in Watt-uur (Wh). Dat laatste is te vergelijken met alle pizza’s die in een jaar verkocht zijn.
Een koelkast heeft een wattage van 2.000. Als je die een uur aanzet, heb je dus 2.000 Kwh aan stroom verbruikt. Dat kost je tegenwoordig een paar dubbeltjes, het probleem is natuurlijk dat die koelkast de hele tijd aan moet staan en het zal niet het enige huishoudelijke apparaat zijn. Op grotere schaal rekent men in Gigawatt (dat is een miljard Watt) of TeraWatt (dat is weer duizend GigaWatt). De getallen zijn enorm, maar de principes veranderen niet. Als je positief rekent, levert het platgooien van Moerdijk zo 10 TWh op. Is dat veel, bekeken vanuit de behoefte van het hele land? De VN houden per land bij welke bronnen de primaire behoefte aan energie vervullen.
Iedereen die heeft opgelet bij natuurkunde weet nog hoe je Watts naar Joules omrekent. Nederland heeft elk jaar 930 TWh aan energie nodig. Als, wederom als, Moerdijk verdwijnt, ontstaat daar ruimte voor het aan land brengen van 10 TWh aan windenergie. Dat is iets meer dan 1% van het totaal. Volgens groene optimisten neemt groene stroom de boel over, maar dat klopt niet. Als je een geïsoleerd grafiekje maakt van de productie van stroom uit wind en zon, dan zie je een indrukwekkende stijging. Daarbij moet je er wel rekening mee houden dat Nederland nog grotendeels afhankelijk is van energie uit kolen, olie en gas; vier vijfde komt uit ‘fossiel’. ‘Groene stroom omvat ook het terugwinnen van warmte uit de verbranding van afval en het stoken van biomassa, wat bijzonder slecht is voor het milieu. De EU wil dat Nederland in 2050 volledig ‘groen’ is. Is dat realistisch? Hoeveel dorpen als Moerdijk moeten dan nog sneuvelen?
Dan is afhankelijk van de vraag waar je windmolens komen te staan. Windmolens op land hebben een zogeheten vermogensdichtheid van 0,6 W per vierkante meter. Je kunt de ene enorme windturbine immers niet een meter achter een andere plaatsen. Per vierkante kilometer is er maar een beperkte hoeveelheid ruimte voor windmolens. Doorgaans gaat men uit van ongeveer 20 MW vermogen per vierkante kilometer, een honderdste van de productie van Nederwiek 3.Nederland heeft heeft afgerond 34.000 vierkante kilometer aan land. Als we alle inwoners, boeren en dieren zouden verjagen en alle natuur zouden vernietigen voor groene stroom, dan levert dat grofweg een derde van de energie op die Nederland nodig heeft. Wind op land kan op sommige plekken rendabel zijn, maar meer dan een paar procent van de energiebehoefte zal het nooit opleveren. Nederland zou achter elke tuin van gewone gezinnen een windmolen kunnen plaatsen, wat de kwaliteit van leven ernstig verslechtert: Urk is een bekend voorbeeld. Je kunt dan niet vervolgens nog een windmolen in de tuin plaatsen.
Bij zonnestroom krijg je iets minder deprimerende cijfers, dan hoef je slechts de helft van het land te gebruiken maar moet je wel aannemen dat er nooit meer bewolking komt. Bij het opwekken van stroom op land met zon en wind zal de helft tot heel Nederland met geweld ontruimd moeten worden.
De enige manier om snel meer groene stroom op te wekken is meer vermogen op zee installeren. Nederwiek 3 zal 1% van de totale energiebehoefte opwekken. Dat klinkt als een absurd laag getal, maar dat komt omdat de totale stroombehoefte van een land niet gelijk is aan wat huishoudens aan stroom gebruiken. Er is ook nog industrie en bovenal vervoer. Alle verbrandingsmotoren die nu op de snelweg rijden hebben ook energie nodig, dat is het oranje blok in de grafiek hierboven, goed voor 40% van de energiebehoefte. Als heel Nederland klimaatneutraal moet worden, dan heb je veel meer stroom nodig dan er nu wordt opgewekt. Alleen al het compenseren van de huidige behoefte aan ‘fossiel’ gaat in dit tempo niet lukken voor het einde van de eeuw, laat staan dat de ‘groene transitie’ in 2050 al volledig voltooid kan zijn.
Als Nederland naar een vermogen uit wind op zee van 200 GW wil groeien (die cijfers worden genoemd), dan heb je nog 60 tot 70 stations nodig zoals die bij Moerdijk gepland zijn. Dat zal misschien ten koste gaan van een half procent van het Nederlandse grondoppervlak. In alle eerlijkheid is dat een realistisch percentage, dat is als land te regelen. Bij wind op land heb je minder van die hoogspanningsstations nodig, omdat windmolens op land zich fysiek dichter bij het stroomnet bevinden. Het nadeel is weer dat die windmolens dan zo weinig opleveren, dat Nederland in zijn geheel een groot windmolenpark wordt waar geen ruimte meer is voor mensen. Wind op land is gekkigheid, wind op zee is dat niet.
Het voordeel van wind op zee is dat daar meer ruimte voorhanden is. Vanaf 20 kilometer buiten de kust zijn er tienduizenden vierkante kilometers aan vooralsnog ongerept om vol te stoppen met windmolens. Dan hoef je die niet op land te plaatsen. Zonder wind op zee is het zinloos om maar te denken over een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Dat zeg ik niet alleen, het is ook de conclusie van TenneT. Ze voegen eraan toe dat het inderdaad vaak niet waait en dan heb je ook kerncentrales nodig.
Op dit moment maak ik hier een boek over dat voor het einde van het jaar moet verschijnen. Een ‘groene transitie’ klinkt leuk, maar het is een enorme opgave. Misschien wordt het tijd om te accepteren dat het niet lukt, in ieder geval niet binnen het genoemde tijdsbestek. Voor Moerdijk ziet het er niet goed uit en een scenario met veel wind op zee vraagt om het verdwijnen van nog zeventig dorpen. Dat zou de minst maatschappelijk ontwrichtende optie zijn. We doken er al in met Current Ratio, kijk hieronder de uitzending.
Het nieuwe boek is nog niet te koop maar mijn vorige boek over digitale paspoorten en munten is dat wel. Democratie op de helling koopt u hierrr, er is een e-book (digitaal, lekker handig) en een papieren boek. Wilt u mijn gegraaf mogelijk maken? Ga naar BackMe, of u koopt mijn andere boek, Het Euro Evangelie: Eventueel laat u uw waardering voor dit artikel merken via de knop hieronder. Of gewoon lekker niet. Veel kijkplezier!






