Potverdikkie, is dit geen opbakkertje? Zeker wel, zeker wel. Het oude hoofdkantoor van Unilever wordt omgetoverd tot ziekenhuis. Toen ging er een belletje rinkelen, want over dat gebouw heb ik een weinig jaren geleden nog onderstaand, hier gratis te lezen prikkelverhaal gemaakt voor Follow the Money. Nota bene: het gaat om het gebouw en de eigenaar, het ziekenhuis zelf heeft er niets mee te maken. Het verhaal blijft onverminderd actueel, zou ik eraan toe willen voegen. Door kortzichtig beleid zijn Europese landen, Nederland ook, afhankelijk van geïmporteerde energie. Dat zorgt voor een handelsoverschot met landen die weinig respect hebben voor mensenrechten. Op den duur gaat de schoen dan wringen, want het overschot van de een is het tekort van de ander en tekorten stapelen zich natuurlijk op. Wilt u mijn gegraaf mogelijk maken? Ga naar BackMe, of u koopt mijn boek, Het Euro Evangelie: Eventueel laat u uw waardering voor dit artikel merken via de knop hieronder. Of niet.
Hoofdkantoor Unilever in handen van shariabank
(18-6-2018)
Goed nieuws: het hoofdkantoor van Unilever blijft in Nederland! Maar wat haast niemand weet is dat dit gebouw, via een Britse dochteronderneming, in handen is van een wel heel dubieuze eigenaar.
Het was een terloops berichtje in vastgoedmagazine Property.nl: het hoofdkantoor van Unilever is verkocht. Een investeringsmaatschappij, het Londense Aegila Capital, legt 86 miljoen euro voor het pand neer. Tegen Property.nl zegt Aegila-ceo Giovanni Gregoratti dat hij op korte termijn een vastgoedportefeuille van enkele miljarden hoopt op te bouwen.
Gregoratti is een voormalig bankier van Deutsche Bank en Citi; zijn titel als ceo van Aegila is alleen terug te vinden op zijn LinkedIn-profiel. Zoeken we Aegila Capital echter op in het Britse handelsregister, dan zien we bij de titel ‘ceo’ een andere naam staan: ene Abdullah Khalifa Salman Ahmed al Khalifa.
Achter die naam gaat een intrigerende wereld van grote geldstromen schuil. Deze Abdulla is lid van het huis Khalifa, de familie die sinds 1783 de scepter zwaait in Bahrein, een piepklein Golfstaatje met 1,3 miljoen inwoners. Het overgrote deel van de regering en de hoogwaardigheidsbekleders in het land bestaat uit familieleden van koning Hamad bin Isa al Khalifa. Om strategische redenen onderhouden de meeste NAVO-landen goede betrekkingen met de regering van Bahrein.
Oliepotjes: De Golfstaten exporteren niet alleen olie, maar ook krediet
Het belangrijkste exportproduct van Bahrein is olie, die vooral naar China en de VS gaat. Binnen de eurozone is Nederland de grootste afnemer: elk jaar kopen we 20 miljoen vaten uit Bahrein. Een deel van de winst uit die oliehandel gaat sinds kort niet naar Bahreins lopende begroting, maar wordt in een zogeheten Sovereign Wealth Fund (SWF) gestort, Mumtalakat geheten. Deze nationale spaarpot bevat om en nabij de 11 miljard dollar en wordt uiteraard ook aangestuurd door een lid van de Khalifa-familie.
Door zijn olie-exporten heeft Bahrein in de regel een overschot op de lopende rekening: de export is dan groter dan de import, wat betekent dat andere landen in feite een schuld bij Bahrein hebben. Net als andere oliestaten investeert Bahrein dat overschot weer in het westen. Op die manier exporteren de Golfstaten niet alleen olie, maar ook krediet. De buitenlandse bezittingen genereren inkomsten, voor als de oliebronnen zijn opgedroogd. Dit geeft de olielanden macht, onder meer via stemrecht bij doelinvesteringen.
Dat is niet iets waar we blij van moeten worden: er zijn immers voldoende redenen om kritisch te zijn jegens landen als Bahrein. Net als zijn buurlanden is Bahrein immers een staat die de mensenrechten regelmatig met voeten treedt. Sinds de Arabische Lente in 2011 zijn er geregeld massaprotesten, die met grof geweld worden neergeslagen. Ordetroepen schoten zelfs willekeurige mensen dood en toen dat niet genoeg was, kwam het leger van Saoedi-Arabië de orde herstellen. Maar wanneer de EU en de Gulf Cooperation Council (GGC) vergaderen, volgt er steevast een verklaring waarbij het belang van mensenrechten pro forma wordt onderstreept — en daar blijft het bij.
Wat dat allemaal met het hoofdkantoor van Unilever te maken heeft? De nieuwe eigenaar is feitelijk Bahreins. Aegila Capital is in handen van twee aandeelhouders, Osool Capital Management en BBK. Net als Mumtalakat is Oosol een Sovereign Wealth Fund van Bahrein, dat op enige afstand van de overheid is gezet om ‘vrijer beslissingen te kunnen nemen’. Ook de winsten van Osool gaan dus linea recta naar een regime dat burgers en journalisten neerschiet.
De tweede aandeelhouder is BBK: de Bank of Bahrain and Kuwait. De grootste aandeelhouder daarin is de Koeweitse tegenhanger van Oosol: de Kuwait Investment Authority. Met een omvang van 600 miljard dollar is dit SWF beduidend groter dan de Bahreinse nationale spaarpotten.
De man die bij BBK aan de touwtjes trekt, is Abdullah Janahi. Hij is als directeur ingeschreven bij een aantal Britse dochterondernemingen van BBK, en hij is CEO of eigenaar van diverse bedrijven die aandeelhouder zijn in BBK. Al deze ondernemingen werken volgens de regels van het ‘islamitisch bankieren’.
Omstreden banken
Ook de Dar al-Maal al-Islami Trust (DMI) in Zwitserland is een groot pleitbezorger van islamitisch bankieren. De DMI werd in 1981 opgericht door een lid van het Saoedische koningshuis. Sinds 1998 is Janahi ceo van deze beleggingsclub, die een balanstotaal van 5 miljard dollar heeft. De grootste deelneming van DMI is de Ithmaar Bank uit Bahrein, die op zijn beurt weer de grootste aandeelhouder in BBK is.
Al met al is BBK, net als Osool, een Bahreins beleggingsvehikel. Dat geldt bijgevolg eveneens voor Aegila uit Londen, de nieuwe huisbaas van Unilever. De macht bij Aegila is verdeeld tussen het koningshuis Khalifa en Abdullah Janahi, met een minderheidsrol voor de Koeweiti.
Er zijn directe links tussen DMI en twee banken waarvan bewezen is dat ze terreur financieren. De eerste daarvan is de Zwitserse Al Taqwa Bank. Die financierde Arabische rebellenbewegingen en had twee hoogst discutabele Zwitsers in het bestuur: Francois Genoud en Achmed Huber. Genoud, die in 1996 zelfmoord pleegde, werd rijk door de memoires van Joseph Goebbels te publiceren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sympathiseerde hij openlijk met Nazi-Duitsland. Na de Duitse nederlaag vond hij onder bewoners van de Golfstaten een nieuwe groep die zijn haat jegens de joden deelde: Arabische nationalisten. Ook Huber, een islamitisch bekeerling die in 2008 overleed, had een fascinatie voor de radicale islam en de nazi’s.
De VS en de EU hebben Al Taqwa Bank op de sanctielijst gezet wegens het financieren van terrorisme. Al Taqwa wordt ervan beschuldigd dat het geld overboekte voor leden van Al Qaida, ze van communicatiemiddelen voorzag en zelfs geld van rekeningen van anderen afroomde om de strijd van Osama bin Laden mogelijk te maken.
DMI ontkent in zijn jaarverslag van 2003 op enigerlei manier aan dit soort terreurfinanciering te doen. In datzelfde jaarverslag staat echter het adres van de bank: Deveaux Street 10, op de Bahama’s. Dat is ook het adres van Al Taqwa Bank, of in ieder geval van de vennootschap die de EU om redenen van terreurfinanciering met sancties heeft bestraft.
Een tweede aan DMI gelinkte bank die op zijn minst dubieus is, is de Soedanese Al Shamal-bank. Deze bank is in 1983 onder andere opgericht door Mohammed bin Faisal al Saud, lid van het koninklijk huis van Saoedi-Arabië. Faisal al Saud is de bedenker van het moderne islamitisch bankieren en tevens oprichter van DMI.
Familie Bin Laden
Uit onderzoeksgegevens die de Amerikaanse overheid na 9/11 heeft vrijgegeven, blijkt dat bij deze Al Shamal-bank ook een andere rijke Saoedi betrokken was: een zekere Osama bin Laden. Hij voorzag de bank in 1991 van een kapitaalinjectie ter waarde van 50 miljoen dollar. Dat betekent dat DMI-oprichter Faisal al Saud een directe zakenpartner van Osama bin Laden was, en dat DMI het moederbedrijf is van hun gezamenlijke geesteskind.
De familie Bin Laden is goed bevriend met het koninklijk huis van Saoedi-Arabië. In 1931 richtte Osama’s vader Mohammed bin Awad bin Laden samen met koning Ibn Saud — de stichter van het land — de Saudi Binladin Group op. Dit bouwbedrijf krijgt regelmatig opdrachten gegund van de Saoedi’s.
Radicalisme en terreur worden tegenwoordig gezien als uitwassen, die we samen met de regeringen van de Golfstaten moeten aanpakken. Helaas staan die regeringen veel dichter bij terreur dan wenselijk is. Osama bin Laden is door de Saoedi’s verguisd, maar bankier Faisal al Saud, Bin Ladens zakenpartner, kreeg na zijn overlijden op 14 januari 2017 gewoon een eervolle staatsbegrafenis in de grote moskee van Mekka. Zo groot is de kloof tussen dat regime en de afvalligen dus ook weer niet.
De nieuwe huisbaas
Sinds 2009 is er een nieuw belastingverdrag van kracht met Bahrein. Volgens toenmalig staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager moest dat Nederland ‘aantrekkelijker’ maken voor investeringen van bedrijven uit dat land. Dat die bedrijven meestal het verlengstuk van een overheid zijn die geen enkel respect heeft voor mensenrechten, was geen onderwerp van gesprek. Westerse landen hebben een tekort aan kapitaal en bekommeren zich er amper over waar dat geld vervolgens vandaan komt.
De huur die Unilever nu betaalt, gaat linea recta de begroting van landen als Bahrein en Koeweit in. Het laatste land sponsort in het geniep radicale moskeeën in Nederland, zoals de Al Tawheed Moskee in Amsterdam-West. Daar werkt de door Koeweit gesteunde imam Fawaz Jneid, die in preken uitsprak dat hij hoopte dat Ayaan Hirsi-Ali en Theo van Gogh ‘een kanker zouden krijgen die geen mens kan genezen’. De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb wordt door hem als ‘een vijand van de moslims’ beschouwd omdat hij ‘afvallig’ zou zijn.
De AIVD maakt zich zorgen over deze impliciete bedreigingen. Het gevaar bestaat dat geradicaliseerde jongeren ze aangrijpen om over te gaan op ‘eigenrichting’, aldus het 47e rapport ‘dreigingsbeeld terrorisme Nederland’. Koeweit is duidelijk niet de natuurlijke bondgenoot van Nederland. Toch heeft Nederland onder toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Jozias van Aartsen in 2001 een belastingverdrag gesloten om investeringen uit dat land te vergemakkelijken, net als met Bahrein. Dat gebeurde op nadrukkelijke verzoek van Koeweit, en niet op initiatief van Nederland.
De nieuwe huisbaas van Unilever heeft een shariaraad
Al met al spekken deze geldstromen de staatskas van landen die, met steun van Nederland, in Nederland de salafistische boodschap verkondigen die door de Nederlandse veiligheidsdiensten als een gevaar voor de nationale veiligheid worden gezien. De bedrijven die de investeringen verzorgen, zijn duidelijk geen toonbeeld van verlichting.
DMI heeft bijvoorbeeld een shariaraad, die onderzoekt of investeringen in overeenstemming zijn met het islamitisch recht. De voorzitter van deze shariaraad is grootmoefti Nasr-Farid Wasel uit Egypte. Van hem moeten Egyptenaren die met Israëli's trouwen hun staatsburgerschap verliezen. Ook kant hij zich tegen in het Westen wonende moslims die vriendschappelijke banden aanknopen met andersgelovigen van het andere geslacht: dat leidt tot ‘demoralisatie [..], immorele misdaden en zonden’. Vrouwen mogen volgens zijn religieuze interpretatie ook geen president van een land worden: ‘Alle schriftgeleerden zijn het er over eens dat een vrouw niet opgewassen kan zijn tegen deze zware, prachtige taak.’
Dit DMI is thans de huisbaas van Unilever en ontvangt voortaan elke maand huur van het voedingsmiddelenbedrijf. Er zijn meer van zulke voorbeelden, waarbij Nederlandse bedrijven of bezittingen worden opgekocht door Golfstaten. Zo is het Amsterdamse Amstel Hotel in handen van Qatar, al evenmin een mensenrechtenkampioen.
Westerse samenlevingen kampen met een dubbel tekort. Door de overconsumptie van energie en financiële middelen worden we afhankelijk van partijen die een ideologie aanhangen die haaks staat op Nederlandse kernnormen en -waarden. Daardoor beschadigen we onszelf, omdat de Golfstaten de jeugd in Nederlandse steden wegdrijven van het eigen geboorteland. Hiervoor is eigenlijk maar één duurzame oplossing: een einde aan de afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele brandstoffen — op zo kort mogelijke termijn.