Het ‘Europese Schild van de Democratie’ is eigenlijk gewoon censuur
Wie mag eigenlijk bepalen wat nepnieuws is en wat niet? Is het een Europese competentie of juist niet? Als een onderwerp een Europese competentie is, dan gaat niet de Europese lidstaat, maar de Europese commissie over dit onderwerp. Dat is tegenwoordig om twee redenen nogal een beetje relevant.
Ten eerste worden bestuurders in de EU niet gekozen maar benoemd. Artikel 17 van het verdrag ter werking van de EU legt het netjes uit, specifiek lid 7. Vervolgens zijn het deze eurocommissarissen die wetten opstellen. Dat betekent dat burgers niet zelf op de mensen kunnen stemmen die hun wetten maken, zodra het een Europees onderwerp is. In het nationale Nederlandse parlement kunnen gekozenen wetten aannemen tegen de zin van de regering in. Daarom staat Nederland te boek als een parlementaire democratie. De EU werkt niet zo.
De Digital Services Act (DSA) maakt het mogelijk om artikelen van het internet en/of social media te verwijderen, als het om nepnieuws gaat. Het idee is dat de EU burgers zo beschermt tegen Russische propaganda. Straks gaan mensen door Russische beïnvloeding nog te rechts stemmen, wat niet goed is voor de EU. Het gevaar van de DSA is evident. Zittende bestuurders met boter op hun hoofd kunnen onwelgevallige, maar kloppende informatie afdoen als nepnieuws en het onder het tapijt vegen. Later kun je zo’n discussie overdoen, maar op het moment suprême, tijdens een verkiezingscampagne, kun je een ideologische tegenstander midscheeps raken met feitelijke onzin. Burgers hebben geen enkele grip op dit proces, want het onderwerp is ineens ‘Europees’.
Dat brengt ons bij het tweede probleem in deze; de Europese commissie wordt voorgezeten door de Duitse Ursula von der Leyen. Ze heeft tijdens de pandemie voor tientallen miljarden aan Coronavaccins besteld bij Pfizer, per SMS. Uit oogpunt van transparantie zou ze die communicatie openbaar moeten maken maar dat weigert ze gewoon. De rechter tikte haar op de vingers en vervolgens negeert ze deze uitspraak ook. Dat betekent dat iemand die autonoom handelt, regels breekt, ongekozen is en geen respect heeft voor rechters, bepaalt wat nepnieuws is en wat niet. Moet een gemiddelde burger daar vertrouwen in hebben?
De strijd tegen nepnieuws gaat door, ook al is er bij geen enkel bericht ooit aangetoond waarom iets nepnieuws is en hoe het Kremlin er dan precies achter zou zitten. Om de burger toch te beschermen, financiert de EU netwerken van ‘factcheckers’. Die zullen wel even bepalen wat wel en niet door de beugel kan. De Europese associatie van factcheckers wordt voorgezeten door de Duitser Stephan Mündges. In een eerdere publicatie waarschuwde hij voor ‘hate speech’, waar in zijn redenering ook ‘belediging’ onder valt.
Een progressieve activist die strafbare opruiing niet kan onderscheiden van een doodnormale belediging - die dingen gebeuren in een vrije samenleving - kan natuurlijk allemaal kloppende berichten als nepnieuws aanmerken, simpelweg omdat ze tegen zijn overtuigingen ingaan. Dan heb je eigenlijk met censuur te maken.
Von der Leyen kwam drie weken geleden met het verhaal dat de Russen haar vliegtuig hadden aangevallen. De navigatieapparatuur viel uit en ze moest uren rondjes vliegen, ze was bijna neergestort. De piloten hadden gelukkig, toevallig, papieren kaarten bij zich om een ramp af te wenden. Dat verhaal bleek compleet uit de duim gezogen, maar geen ‘factchecker’ die bestaat dankzij Europese subsidie waagde het haar op de hak te nemen. Logisch ook, niemand bijt in de tepel die je in leven houdt.
Is dat wenselijk in een democratie? We doken erin met Current Ratio, hieronder te bekijken. De DSA is een is een belangrijk onderwerp in mijn laatste boek. Democratie op de helling koopt u hierrr, er is een e-book (digitaal, lekker handig) en een papieren boek. Wilt u mijn gegraaf mogelijk maken? Ga naar BackMe, of u koopt mijn andere boek, Het Euro Evangelie: Eventueel laat u uw waardering voor dit artikel merken via de knop hieronder. Of gewoon lekker niet. Veel kijkplezier!