Kun je een economische unie hebben, zonder dat de federatie je opslokt en zich met alle aspecten van het leven in de lidstaat gaat bemoeien? Als lid van de EU heeft Nederland politieke vrijheid op alle vlakken die niet de markt betreffen. Op het laatste punt lever je een beetje soevereiniteit in maar dan krijg je wel een hoop terug, vooral inkomen.
Het idee is dat de EU zorgt voor handel en Nederland is een handelsland. Dankzij de EU is er een interne markt (hoewel andere leden van de WTO ook de vruchten plukken, zoals Noorwegen en Zwitserland) en de voordelen zijn immens.Zo is het principe van subsidiariteit geboren, genoemd in de eerste paar artikelen van het Europees verdrag. Brussel regelt de markt, de handel met het buitenland, de lidstaat doet de rest. Over bijna alle zaken heeft de lidstaat dus volledige soevereiniteit, behalve als het over handel gaat. Kort en misschien niet zo goed noemt men dat ‘Europa waar het moet, de lidstaat waar het kan’.
Censuur op het internet, is dat slim? Misschien, het gaat te ver om het helemaal uit te pluizen in een kort artikel. In Nederland geldt het principe dat je alles kunt zeggen, tenzij het naar gevaarlijke opruiing neigt. Met het laatste roep je op tot geweld en een rechtsstaat wil daarin natuurlijk waakzaam zijn. Aan de andere kant dreig je met het inperken van spreekrecht de vrijheid van meningsuiting aan te tasten, de wortel van een vrije samenleving. Hoe je een en ander moet afwegen is prima nationaal te regelen met publieke debatten, want elk Europees land heeft zijn eigen gebruiken. Het is goed mogelijk dat Europese landen constructief samenwerken, onderling veel handel drijven en naar buiten toe een gemeenschappelijk handelsbeleid voeren. Dat is dan de taak van de EU, ‘Brussel’. Hoe je denkt over gevoelige maatschappelijke kwesties, zoals vrijheid van meningsuiting, is politiek en dat kan de lidstaat prima zelf regelen. De EU ontneemt een klein beetje soevereiniteit waar je toch geen last van hebt, maar je krijgt er een hoop rijkdom voor terug. De export van ingevroren kip gaat via handige, uniforme Europese barcodes, of je nu in Lapland of op Malta woont, maar hoe je denkt over kritiek op religie bepaal je lokaal. Handel is economie en staat compleet los van politiek. Toch?
Mis. De huidige voorzitter van de Europese commissie, Ursula von der Leyen, heeft een geniepige techniek bedacht om subsidiariteit zo op te rekken dat ze zich met alles kan bemoeien. In de netto-betalers van de EU, zoals Nederland, heerst een gezonde dosis euroscepsis: mensen willen graag zonder grenscontrole naar de Franse camping, maar dan wel zonder te betalen voor de EU. Dat kan niet. In ieder geval zijn de Europese verdragen om deze reden terughoudend, als het om het overdragen van macht naar Brussel gaat: handel is leuk maar Nederland moet wel Nederland blijven en de belastingen zijn al hoog genoeg. Het gevolg is dat Europese verdragen een beperking kennen, als het om de overdracht van macht naar een eventuele Europese federatie gaat.
De geniepige truc wordt vandaag toegepast door de eurocommissaris voor de interne markt, de Fransman Thierry Breton. Hij heeft duidelijk een persoonlijke hekel aan Donald Trump en Elon Musk, moet kunnen. De twee Amerikanen willen een live debat voeren op Twitter en als dat gebeurt, zal Musk juridisch worden aangepakt. Dat liet eurocommissaris voor handel weten in een brief aan Musk.
In de ‘toolbox’ zitten mogelijkheden om inhoud van het web te weren. Dat betekent dat de honderd miljoen Europeanen op Twitter het debat niet kunnen zien. Wat u van Musk en Trump vindt is even niet heel relevant. De vraag is: waarom mag Breton bepalen wat u ziet, middels zijn ‘digital services act’ of DSA? In Nederland kan er opgetreden worden tegen (mogelijke) opruiing. Dit is vastgelegd in het wetboek van strafrecht. Het eerste artikel noemt dat optreden in het kader van het wetboek van strafrecht enkel kan volgens een wettelijke bepaling, je kunt niet zomaar lukraak mensen straffen opleggen. Dat is wel een beetje wat Breton doet. Vanaf artikel 131 wordt opruiing verder toegelicht, het gaat daarbij om een oproep tot geweld. Als je dat niet doet, mag je verdomd veel in het publieke domein - precies dat maakt Nederland een vrij land, op papier althans. Vergeet in dit kader overigens niet artikel 397: als u oproept tot een ouderwetse muiterij op een koopvaardijschip, dan valt dat ook onder de strafbare categorie opruiing. Dit artikel zal wel een baard hebben.
Als twee Amerikanen een show willen uitzenden waarbij op voorhand totaal niet is vast te stellen dat er sprake is van het oproepen tot geweld, is er geen juridische basis om de uitzending in Nederland al te verbieden voor hij begonnen is. Waar haalt Breton, die over handel gaat, dan het recht vandaan om zich met de Nederlandse vrijheid van meningsuiting te bemoeien? Het antwoord staat in mijn boek, Het Euro Evangelie. Het is precies de geniepige truc. Omdat Europese verdragen in reikwijdte beperkt zijn, is het de kunst ze zo op te rekken dat ook zaken die evident niet onder ‘Brussel’ vallen, daar met een kunstgreep toch terechtkomen. Hier gaat dat praktisch als volgt. Stel, u wilt straks het debat kijken. Mag dat? Dat valt onder vrijheid van meningsuiting, dus artikelen 1 tot 5 van het Europees verdrag bepalen dat de lidstaat beslist wat wel en niet mag. Brussel heeft zich niet te bemoeien met uw mediaconsumptie. Lekker overzichtelijk!
Echter, als u het gesprek wilt bekijken, hoe doet u dat dan? Via uw laptop, telefoon of tablet, dan kunt u via een app of een browser naar Twitter kijken. Zijn dat producten of diensten? Ja, in alle eerlijkheid wel. Waar koop je producten en diensten in Nederland in de EU? Op een markt. Wie gaat er over de markt en de interne markt? Thierry Breton. Mag hij zich bemoeien met wat wel en niet is toegestaan op de Europese markt? Jazeker. Immers, Europa heeft geen binnengrenzen. Als een product of dienst in de ene lidstaat (bijvoorbeeld België) is verboden, zou je het dan via een ander land (bijvoorbeeld Nederland) uit de VS kunnen importeren en dankzij de open binnengrenzen stiekem naar België kunnen doorverkopen? Jazeker. Zodra er sprake is van een grensoverschrijdend aspect, gaat het boven de bevoegdheid van de lidstaat uit en is het een zaak van Brussel. Welke misdrijven ‘Europees’ zijn is vastgelegd in artikel 83.
Lees eerst het artikel, kijken of u de geniepige truc zelf vindt. Smokkelen is logischerwijs een Europees misdrijf, maar waarom zou je een uitzending op Twitter verbieden? Pak een glas wijn of een kop thee en denk er een minuut over na terwijl u het artikel nog eens terugleest. Welke zin is zo vaag, dat je hem kunt misbruiken zodat je het compleet tegenovergestelde resultaat krijgt? Het antwoord staat onder de foto van het vogelbekdier, zo voorkomen we spoilers.
Het probleem met dit wetsartikel zit in de derde alinea van het eerste lid, bij de eerste paar woorden gaat het al fout. Kijk maar. Je kunt helder afbakenen welke misdrijven ‘Europees’ zijn, maar de derde alinea is lekker vaag: ‘ontwikkelingen’ kan van alles betekenen. Als een ambtenaar volgens een bepaalde wet of verdragsartikel iets NIET mag, maar de tekst van de wet of het verdragsartikel bevat een vage verwijzing naar ‘ontwikkelingen’, dan kun je ‘ontwikkelingen’ er met de haren bijslepen zodat je het wetsartikel kunt omdraaien. En dat is precies wat hier gebeurt. Zo kun je met je vrouw afspreken dat je monogaam bent, allebei, waarna je redenen bedenkt waarom bepaald gedrag geen vreemdgaan is en je het juist wel kunt doen. Als je een contract tot monogamie opstelt (romantisch?), formuleer dan zeer heldere definities van wat wel en geen vreemdgaan is. Vaagheid zorgt voor ellende. Raar maar waar, zo werkt het in de EU, en zo heeft Breton ook de macht gekregen om de vrijheid van meningsuiting te beperken. Hoe ging dat precies?
In het kader van ‘hate speech’ wil de EU de grip op vrijheid van meningsuiting verstevigen. Daar is een debat over gevoerd in het Europees parlement, via economie kun je alles wel politiek maken. Brussel gaat enkel over een politiek onderwerp als er een duidelijk grensoverschrijdend aspect is.
Het ‘actieplan’ tegen racisme was een antwoord op Black Lives Matter, zo begon het. Veel Amerikaanse burgers vroegen om actie tegen racisme, dus gingen Von der Leyen en Breton de Nederlandse wet omzeilen (?). In de voetnoten van bovenstaand wetsvoorstel lezen we hoe dat ging. Er was tien jaar geleden een club genaamd ‘Soldiers of Odin’. Die kwam uit Finland en was naar eigen zeggen opgericht om Finse vrouwen te beschermen tegen opdringerige migranten. Soldiers of Odin is nooit groot geworden en na 2016 hebben we er niets meer over gehoord.
In de VS is er de zogeheten Anti Defamation League (ADL), die optreedt tegen antisemitisme. Een onderzoeker van de ADL zat in 2016 op Facebook en zag daar onderstaande foto. Dat was even schrikken:
De onderzoeker zag iemand op Facebook vuilnis opruimen, maar met een afbeelding op de jas die lijkt op het logo van Soldiers of Odin. Boem, daar is je grensoverschrijdende effect! Het komt uit Finland en je ziet het in de VS. Overigens kan het zo zijn dat iemand een vuilniszak dicht knoopt uit oogpunt van hygiëne, je weet het niet. Daarom is het ook mogelijk dat het stiekem allemaal neonazi’s zijn die via een geheim complot afspreken straten netjes te houden, zodat het net lijkt alsof ze ‘onschadelijk’ zijn. Zo begon de inmenging van Brussel met vrijheid van meningsuiting in de lidstaten. Dit grensoverschrijdende incident is een reden om de soepelheid van artikel 83 TFEU (met die ‘ontwikkelingen’) aan te roepen. Het genoemde actieplan tegen racisme noemt enkel en alleen dit incidentje.
Werkt Europese politiek zo cynisch? Europese wetsvoorstellen vinden we in de zogeheten Europese wettentrein en daar staat dat het inderdaad zo werkt.
Onderaan het overzicht met relevante documenten en wetsartikelen vinden we een hele lijst met wetteksten die ‘te weinig gebruikt’ zijn en waarvan je met wat verbale en juridische gymnastiek de werking kunt oprekken. Dit voorbeeld, van het gebruiken van ‘markt’ om Brussel de vrijheid van meningsuiting te laten inperken, wordt hier ook expliciet genoemd.
De Europese commissie wilde zich eigenlijk met huiselijk geweld bemoeien, maar daarvan is het te duidelijk dat de lokale politie het moet oplossen. Dus ging men op zoek naar meer ‘possible future action’. Het is dus niet zo dat een onderzoeker of een hoge functionaris bij de politie ontdekt dat een bepaald misdrijf, zoals mensensmokkel (of een debatje op Twitter), nu eenmaal grensoverschrijdend van aard is en er daarom via artikel 83 naar Europese samenwerking moet worden gezocht; het document laat zien dat de Europese commissie op zoek is naar macht en de vaagheid (‘ontwikkelingen’) van artikel 83 wil ‘gebruiken’ waar het maar mogelijk is. De bemoeienis begint met een behoefte aan een Europese oplossing, niet met het formuleren van een probleem. Op dezelfde manier is de Green Deal geboren. In het Europees verdrag, artikel 192, staat dat de lidstaten hun best gaan doen - samen - om het milieu schoon te houden. Wat had je dan moeten doen, opschrijven dat je het vies wil achterlaten? Je kunt dat artikel ook zo uitleggen dat Brussel dus het hele milieubeleid naar zich toe moet trekken, tot boeren onteigenen aan toe, waarbij je het onderwerp weghaalt bij de lidstaat en diens parlement. Er zit dus opzet achter het zoeken naar mogelijkheden om subsidiariteit op te rekken, het handelen is geen reactie op een maatschappelijk probleem dat zich gaandeweg voordoet. Macht is een doel op zich.
Zo is de mogelijkheid ontstaan voor Brussel om een commissaris voor handel en interne markt te laten beslissen wat u wel en niet mag zien: audiovisuele diensten zijn immers ook een markt, daar kun je alles onder laten vallen. En oh ja, een premier kan een veto trekken. Rutte deed dat bewust niet, ook toen Black Lives Matter een excuus werd om in de EU de vrijheid van meningsuiting in te perken. Hij had het wel kunnen doen, laat dat gezegd zijn. Vaak hoor je dat dingen nu eenmaal moeten van Brussel, maar dat is te kort door de bocht. Nu hebben we Schoof en die communiceert geen visie op dit vlak, dus geen idee wat wanneer hij wel of geen veto zal trekken.
Als je je pinpas weggeeft, heeft de ander de mogelijkheid dingen te financieren die je liever niet wil. Geld gaat daarom over macht en daarom is economie niet los te zien van politiek. Hoe logisch eigenlijk. Dit artikel gaat dus niet over de wenselijkheid van het debat met Trump of Trump als persoon, maar de vraag wie bepaalt wat je wel en niet mag kijken. Dat is de kern van de discussie rondom subsidiariteit, een begrip dat tot in het extreme is opgerekt en het einde is nog niet in zicht.
Wilt u mijn boek lezen over de ‘function creep’ van de EU? Dat kan via de webwinkels. Mijn werk ondersteunen kan via Backme, zonder u is deze journalistiek niet te realiseren.
Gedetailleerde analyse van de EU valkuil. Het lukt me nu al niet meer aan de jongere generatie het vroegere concept van vrijheid uit te leggen, de geniepigheid waarmee dit ons wordt ontnomen schuilt in alle haarvaten van de EU en helaas ook in onze eigen instituties. Ik ben oprecht blij dat je standvastig hierover schrijft, objectief en op basis van argumenten.