Bekentenissen van een Winstverdriedubbelaar (1)
Ach, Het Euro Evangelie. Eigenlijk zit alles daar al wel in. De eenheidsmunt zal met goede bedoelingen zijn opgezet, maar het is zo makkelijk niet. Een muntunie tussen verschillende staten - denk aan Finland en Italië samen - kan in theorie, maar dan moet je wel offers brengen. Een marathon loop je ook niet volgende week. In hun wijsheid hebben de oprichters van de EU eind 1991 besloten om de euro in te voeren, zonder gemeenschappelijk ministerie van financiën. Dat is vragen om problemen. Om de zoveel jaar heb je wel een kredietcrisis en die treft het ene land meer dan het andere. Dan moet je het ook samen oplossen, wees er eerlijk over. De recente crises zijn makkelijk terug te vinden in de rentegrafiek: de energiecrisis van 1973 (1), de dubbele dip begin jaren 80 (2), het klappen van de kredietbubbel in het vastgoed van 1987 (3), het klappen van de internetbubbel (4), wederom een kredietbubbel (5) met eurocrisis erbij tot aan de lockdown (6). Steeds moet de centrale bank als reactie de rente verlagen om de boel te stimuleren en op een gegeven moment is de rente negatief.
Dan moet contant geld weg, want daar kun je geen rente op heffen. Zo wordt een getroubleerde munt vanzelf digitaal, met digitale paspoorten erbij. Willen mensen dat? Nee, dus dan wordt het een beetje ondemocratisch. Alles zit in Het Euro Evangelie, beschikbaar als e-book. Omdat u dat vroeg komt er ook een papieren versie, die is wel zo zwaar dat je er een inbreker mee kunt vellen (door hem het boek in een ruk uit te laten lezen). Hoofdstuk 28 bevat wat persoonlijke belevenissen tijdens nummertje 3, die gaat vanaf nu online. Dat het u moge behagen! Mijn werk ondersteunen kan via Backme.org.
28 Hoe kan dit legaal zijn?
“Pride and Excess bring disaster for man”
―Xun Kuang
“Excess in all things is the undoing of men”
―Plato
“They were drunk on youth, fuelled by greed, and higher than kites.”
―Jordan Belfort
Banque Labouchere uit Amsterdam. Dat klinkt als een sjieke bank met veel toekomstperspectieven voor een jonge, ambitieuze man maar later zou het met afstand het grootste beleggingsschandaal uit de geschiedenis van Nederland blijken te zijn geweest. Honderdduizenden verloren een miljard of zes aan spaargeld, sommigen zijn er nog steeds niet van bijgekomen. De euro heeft zijn gebreken, maar ook zonder de eenheidsmunt zou er een andere bedreiging voor de financiële stabiliteit van landen bestaan: het veel te optimistische en risicominnende bankwezen. Het is de laatste sector die belastinggeld zou moeten krijgen, maar eurocraten beslisten anders.
Een goed geheugen hebben is vervelend, een hoofd zit snel vol met weetjes die weinig praktisch nut hebben. De columnist heette Tuncay Çinibulak en hij schreef over Turkse, door warm licht van een ondergaande zon verwarmde heuvels met schaduwen van cypressen. De gratis krant Metro was net uitgekomen en viel bij de Nederlandse treinreiziger in de smaak. Tuncay verblijdde de trouwe lezer wekelijks met een column vol couleur locale en Metro kon je gewoon pakken in rommelige rekken op de grotere stations. Het is de trein van Apeldoorn naar Amsterdam, waar deze bij Amersfoort door een verlaagde geul rijdt om het natuurgebied aldaar te sparen. De telefoon heeft hier tien minuten lang geen bereik, dus het reizend publiek is aangewezen op papieren literatuur. Naast de column van Çinibulak stond op een zeker moment een personeelsadvertentie, voor een ‘beleggingsadviseur’, in Zaandam.
‘Goede verdiensten, ervaring niet vereist’
In de warme dagen van 1999 klinkt de tekst van de advertentie als muziek in de oren van een arme student die net zijn ouders heeft bezocht. Een beleggingsadviseur, wat is dat eigenlijk? In de jaren ‘90 is de beurshandelaar, of iedereen die op de een of andere manier zijn geld verdient met ‘de beurs’, een held. Op feestjes vertellen complete leken over hoe ze zoveel hebben kunnen verdienen met de ‘handel’. Dat is op lange termijn per definitie onmogelijk, maar daar komt men dan ook later pas achter. Een aandelenbeurs is alleen nuttig als uitgang voor beleggers die bedrijven hebben helpen groeien op de primaire markt, daar zit de economische winst. De rest is gokken, iets waar Legio wel tijdelijk een wankele beleggingspiramide op wist te bouwen. Voorlopig was een belangrijk deel van de Nederlandse middenklasse, mede dankzij de opkomst van het internet, verslingerd aan het casino op het Damrak. Iedere bezoeker kon rijk worden, welk een wonder. De jaren ‘90 eindigden met een beursrecord dat ook in 2019 nog niet is geëvenaard.
Najaar 1999, bijna 70 jaar na de crash van 1929, aan de vooravond van het uiteenspatten van een volgende bubbel, zat de schrijver dezes op de vijftiende verdieping van de Rabobank-toren in Zaandam. Na het lezen van de advertentie volgde een sollicitatiegesprek dat zo eigenlijk niet mocht heten. Iedereen werd aangenomen. In deze 17 verdiepingen bezette Rabobank zelf de onderste 14, met daarin het hoofdkantoor van de regio: de rest werd verhuurd. Op nummer 15 en 17 zaten de brokers van Legio Lease, zoals ze werden genoemd. Op nummer 16 zat GoodWood, dat verkocht beleggingen in teakhout, zie Hoofdstuk 27. Kort en goed splitste Rabobank argeloze huizenbewoners veel te hoge gesecuritiseerde hypotheken in de maag, gevolgd door GoodWood dat ze opbelde om het resterende spaargeld af te romen voor een riskante houtbelegging die onterecht een groen predikaat kreeg, waarna wij van Legio Lease ze als kers op de taart trakteerden op een speculatief krediet met gegarandeerd groot risico op restschuld en jaren van schuldsanering en gebroken gezinnen. Het ziet er leuk uit van buiten, zo’n toren met allemaal financials erin die ook nog eens weinig CO2 uitstoot, maar als je het wat nader bestudeert is het allemaal niet iets waar een samenleving echt veel beter van wordt. Ja, we zorgden er samen allemaal voor dat gezinnen meer, meer, meer gingen lenen. Maar zou dit nu wel voldoen aan de omschrijving van het ‘productieve krediet’, zoals professor Bezemer het blijkens Hoofdstuk 26 omschreef? We kennen elkaar maar ik heb het hem bij het schrijven van dit hoofdstuk niet eens gevraagd.
Legio Lease, dat zichzelf later Legio noemde, was destijds onderdeel van de sjieke Banque Labouchere, gesitueerd op de Keizersgracht, voorbij de Gouden Bocht die een en al ‘Gouden Eeuw’ uitstraalt, op het punt waar de gracht tegenover de Magere Brug en de Hermitage in de Amstel uitkomt. Deze vermogensbeheerder bediende de rijke beleggers en had zelf ook een bankvergunning. De mannen en vrouwen van Labouchere konden daarom, gestoken in opvallende gestreepte gele hesjes, aan- en verkooporders van aandelen en opties uitvoeren op het gekkenhuis van de aandelenbeurs op het Damrak. Legio Lease was er voor de wat minder ingevoerde belegger. De prijzen van de producten waren lager, maar de voorwaarden waren ook slechter. Richting de klanten van Legio Lease werd geschermd met de mooie naam van Labouchere en de bankvergunning van het moederbedrijf was ook nodig om te kunnen opereren.
De wervende tekst ‘geen ervaring vereist’ bij goede verdiensten trok een gemêleerde reeks mensen, die we in vier groepen konden verdelen. Ze krijgen gefingeerde namen in verband met privacy. De vier groepen waren de reeds ervaren verkopers, maar dan van iets totaal anders; de mensen die überhaupt niets met commercie van doen hadden; de jongens met ‘een randje’ en de studenten. Iedereen kwam eind jaren ‘90 binnen en rond 2003 werd iedereen ontslagen, want Legio eindigde, net als elke andere financiële bubbel, in een bloedbad. Het einde is dus alvast verklapt.
De eerste groep bestond uit verkopers waarvan slechts een enkeling eerdere werkervaring had opgedaan bij een bank. Ze kwamen meestal uit andere takken van de commerciële sport, zoals Gerben Lagendal. Hij had reeds verkopersbanen gehad, laatstelijk in de telefonie. Later zou hij het vastgoed in gaan en voor de VVD actief worden, een logische combinatie. Michel Wong was een charmante, geadopteerde Koreaan met wapperend lang haar die eerst in een winkel voor schoonheidsproducten stond, het maakte hem eigenlijk niet zoveel uit wat hij verkocht. Taoufik Bahoui was ook verkoper van telefoons geweest. Miranda Koen was een van de weinige vrouwen, het waren nagenoeg allemaal mannen. Bovendien had ze ook nog eens een beetje bancaire ervaring, met die kennis was ze een unicum in het gezelschap, beter gezegd een eenhoorn. Al snel werd haar naam verbasterd tot Bibafka Doen. Ze maakte namelijk indruk met een sportief gevormde aantrekkelijke bilpartij, vooral bij ene Jerôme Gaillac die het later nog met haar zou aanleggen. Maandenlang dachten ze werkelijk dat niemand doorhad dat ze een buitenechtelijke relatie hadden. Dan was er een vakinhoudelijke activiteit of een bedrijfsborrel en kwamen ze allebei te laat, ook toevallig. Miranda werkt nu als financieel planner bij een van onze grootbanken.
Jerôme zelf vertegenwoordigt de tweede groep, namelijk de mensen zonder financiële ervaring of verkoopervaring die uit totaal andere beroepen afkomstig zijn maar hier een kans zagen om snel rijk te worden. Dat worden ze niet, daar komen ze nog wel achter. Maar ze doen een tijd niet waar ze voor zijn opgeleid en dat maakt dit soort bubbels ook zo schadelijk. Jerôme bijvoorbeeld was daarvoor een fysiotherapeut die zijn inkomsten uit dat beroep tegen vond vallen. Edvard Munch was van Caraïbisch afkomst, met vriendelijke uitstraling alsof hij letterlijk geen vlieg kon doodslaan, al was hij ervoor marinier geweest. Zo lang mogelijk in het seizoen hield hij zijn korte broek aan, waarbij zijn droge, gespierde kuiten onder zijn stoel uitsteken. Een ‘killer’ is deze man met zijn vriendelijke glimlach niet. In deze groep zat ook nog een voormalig tennisleraar, nog zo’n beroep dat men niet meteen zal associëren met passend financieel advies. Verder was er Dyllandro Brando, een Surinamer met een diepe, donkere stem die daarmee waarschijnlijk elke vrouw het bed in zou kunnen praten – laat dat ‘waarschijnlijk’ maar weg. Met zijn gevatte humor zorgde hij voor een heerlijke gezellige sfeer op de werkvloer maar inhoudelijk ook hij wist van toeten noch blazen, als gewezen technisch duiker en kwaliteitscontroleur in de offshore wereld. Dyllandro had slechts een senior boven zich, de beminnelijke Donald wiens achternaam ik ben vergeten. Hij liep tegen zijn pensioen aan en had de grootste moeite op een geautomatiseerd kantoor, meer dan eens heb ik zijn computer voor hem weer aan de praat moeten krijgen. Het is een wonder hoe hij het in de jungle wist vol te houden, ogenschijnlijk had hij het naar zijn zin, van een afstand zou hij met gemak met de CEO van Heineken of Unilever verward kunnen worden.
De derde groep betreft ook commerciële jongens, net als de eerste, maar dan met dubieus verleden. Als je nergens meer terecht kunt, ga je aandelen verkopen. Dit lijkt een detail te zijn maar dat is het niet: later zou Legio bij de Hoge Raad claimen dat dit een fatsoenlijke operatie was en dat cliënten met, laten we zeggen, tegenvallende resultaten niet zo moeten zeuren. Het feit dat iemand met een strafblad door de sollicitatie heen kan komen, zegt iets over de desbetreffende bank – en de manier waarop vergunningen worden verstrekt. Eigenlijk ging het hier vooral om Maikel Dein en Bert van Leeuwen, al waren er nog een paar. Mikel, met hooggesloten rood overhemd, overdreven veel tandvlees, gouden ketting en kort blond stekelhaar mompelde steeds iets over een voorwaardelijke celstraf, die hij kost wat kost moest ontlopen omdat hij anders niet zou kunnen blijven werken. Bertje had al wat straf gehad. Er was ‘iets met een scooter’. Hij was weer consequent in het zwart gehuld, elke dag andere suede instapschoenen, Italiaanse broeken en een eveneens hoog dichtgeknoopt overhemd (maar dan zwart dus) met gouden ketting, afgetopt met opgezwollen oogleden zonder wimpers van het vele douchen in de kickboksschool, rood stekelhaar en een oorbel. Als hij loopt, beweegt zijn bovenlichaam met elke stap actief van links naar rechts terwijl beide armen steeds, parallel aan elkaar, gestrekt strak naar de grond wijzen. Probeert u dit eens, nu, waar u ook bent en zonder enig commentaar. Anderen in uw gezelschap zullen u dan snel herkennen als een lezer van Het Euro Evangelie. U ‘doet de Bertje’. Aandeeltje kopen?
De vierde groep bestond uit studenten, actief of gesjeesd, zoals de piepjonge HEAO’er Harry Jansen uit Almere. Hij droeg zijn haar met veel gel glad gekamd tegen de schedel. Harry was altijd aan het werk en had nooit tijd om een gebbetje te maken. Hij zou later de beste verkoper van het stel worden, puur door concentratie en focus, best ongezellig. Een andere topper was de half-Nederlands, half-Nigeriaanse Julius Bussa. Sportief en tenger kreeg deze rechtenstudent regelmatig vragen van klanten over zijn achternaam. Waar veel mensen met een migratieachtergrond dat irritant vinden, ging hij actief in op de geschiedenis van de naam en zijn familie, waarna hij handig de vraag omdraaide: vertelt u dan nu eens iets over uzelf. Dan was het ijs gebroken, kassa. Julius had de vervelende gewoonte om altijd te gaan staan bij verkoopgesprekken. Dankzij zijn krachtige stemgeluid kon iedereen meegenieten, ik weet nu best wel veel over de geschiedenis van Nigeria.
Ondergetekende volgde overdag de opleiding Bedrijfseconomie aan de UvA. Het studeren was praktisch gezien zeker geen nadeel. Financiële producten voor consumenten verkoop je bij voorkeur ‘s avonds, als de mensen thuis zijn, nietsvermoedend aardappelen te eten. Bovendien beschik je over meer vocabulaire om indruk te maken, ook als het inhoudelijk geen enkele waarde heeft. Dat is het mooie aan speler zijn in een speculatieve bubbel, het maakt niet uit hoe goed het advies is, als je de klant maar over de streep kunt trekken met wat mooie termen is het al goed. Alles gaat vervolgens toch omhoog, letterlijk tot ieders stomme verbazing. Al met al was de echte vakinhoudelijke kennis over beleggen van het collectief uiterst mager, om niet te zeggen laag, bij het schandalige af. Gezellig was het wel bij Legio Lease. Een wonderlijke verzameling jongens die elkaar onder normale omstandigheden niet zo snel tegen zouden komen. De betweterige gesjeesde rechtenstudent Robin Hille (*) met VVD-kapsel en aardappel in de keel bijvoorbeeld wist het een en ander van strafrecht en dat was toch weer handig voor Maikel en Bert. De laatste is trouwens een zeer kundige kickbokser en kan minutenlang zijn been perfect gestrekt omhoog houden, zodat hij met de buitenste zijkant van zijn voet (de ‘meskant’) bijvoorbeeld de wang van de toch zo behulpzame student Robin tegen de wand van de lift gedrukt wist te duwen, dit tot afgrijzen van de brave Rabo-mensen in grijs slobberpak van C&A met wie we de lift deelden.
Hoe kon zo’n allegaartje, zo’n bende apen, nu zo succesvol zijn? Dat kwam door de tijdgeest en daarnaast de tactiek in lead generation van Legio. Eerst het eerste aspect. De hausse van de jaren ‘90 was een klassieke bubbel, waarvan de top bij de wisseling van het millennium werd aangetikt. Op 9/11, in 2001 dus, volgde er inderdaad een milde recessie, die werd beantwoord met een lagere rente van de kant van de centrale banken. Hiermee werd de crash van 2007 weer aangezwengeld, zoals genoemd in Hoofdstuk 26. Door simpelweg naar het historische verloop van de AEX of de Dow Jones Index te kijken, zien we echter dat de overspannen markten toen al even aan het leeglopen waren. Tot die tijd stegen koersen van aandelen echter ongezond hard. Ongezond, want een te snelle stijging van koersen die geen basis vindt in gebeurtenissen in de reële economie gaat meestal vooraf aan een crash. Alleen hadden hebberige beleggers geen oog voor dit bewezen historische verband. In een verkoopgesprek is het wel erg aanlokkelijk om te schermen met resultaten uit het verleden. ‘Jammer dat u niet eerder bent ingestapt, u had allang uw hypotheek kunnen aflossen. Zullen we het meteen maar in orde maken?’.
Net als in de Roaring 20’s zorgde het Millenniumprobleem voor irrationaliteit. De overgang naar het derde millennium zou een gedenkwaardige gebeurtenis worden. Doemdenkers en complotgekkies wezen erop dat computers niet gemaakt waren voor de overgang, waardoor de wereld in elkaar zou storten. Omdat veel computers een jaartal in twee cijfers vatten, zouden allemaal systemen denken dat we in het jaar 1900 in plaats van 2000 waren aanbeland. Computers moesten wel massaal in de war raken en de samenleving ontregelen. Wist u trouwens dat Amerikaanse kernwapens ook computergestuurd zijn? Je moet er niet aan denken! Aan de andere kant zou het opkomende internet de maatschappij radicaal veranderen, binnen tien jaar moest de kolonisatie van Mars beginnen en op aarde was iedereen dan al rijk. Dit soort gedachtenspinsels zorgen voor een krankzinnig hoge waardering van internetaandelen, waardoor het idee van immer stijgende beurskoersen aan klanten te verkopen was. Vervolgens wisten we deze mensen enthousiast te maken, gingen ze zelf ook aandelen kopen en door die toegenomen vraag stegen de koersen nog harder. Dat is het momentum van een bubbel, het gaat omhoog omdat het omhoog gaat. Tijdens deze fase barst het van de zelfverklaarde experts, die niet te beroerd zijn hun visie ongevraagd te delen. Als de onvermijdelijke crash komt, hoor je ze niet meer – even dan. In Hoofdstuk 8 hebben we babyboomers besproken, wiens huis enkel dankzij gebeurtenissen in het schaduwbankwezen op papier in waarde is gestegen. Dat virtuele inkomen wijten ze graag aan hun kennis en spaarzaamheid. Ze vertellen de volgende generatie dat ze dezelfde verstandige keuzes moeten maken, zonder dat ze oog hebben voor het onduurzame karakter van de waardestijging. De volgende generatie kan dezelfde keuzes helemaal niet maken, de waardestijging betrof een herverdeling ten koste van het eigen nageslacht. Met financieel verstand had het nu precies eens niet van doen. In Hoofdstuk 32 komt de Nederlandse huizenmarkt na Corona aan bod, deze heeft alle kenmerken van een speculatieve bubbel zoals Minsky die beschreef.
…..
Morgen verder!